Lions Clubs District 112A – Oost & West Vlaanderen

Fundraising, de olifant in de kamer?

Fundraising, de olifant in de kamer?

Het is een open deur intrappen te stellen dat Lionsclubs -zoals andere serviceclubs- vandaag met een imagoprobleem kampen.

Hoewel onze clubs zich inzetten voor talloze sociale doelen – van voedselbedeling tot onderwijsprojecten – blijven nieuwe leden uit. Het ledenbestand vergrijst, terwijl jongere generaties moeilijk aansluiting vinden.

De traditionele verklaringen luiden dat serviceclubs te gesloten zijn (toetreden kan enkel op uitnodiging), de vergrijzing van de clubs waardoor jongere kandidaat-leden afhaken, of nog de afwezigheid in de media.

Een dieperliggende oorzaak blijft volgens mij echter onderbelicht en dat is de aard van onze fondsenwerving.

Ik doel daarmee op de vaststelling dat vele fundraisingactiviteiten van onze clubs onbedoeld elitair zijn geworden. Wijnverkopen, oldtimerritten, kunstwandelingen en galadiners hebben hun waarde, maar spreken slechts een beperkt publiek aan, doorgaans uit de midden- tot hogere klasse. Dat schept afstand. En het is precies díe afstand die de clubs belemmert om aansluiting te vinden bij de samenleving die ze willen dienen.

Volgens sociaalpsycholoog Elliot Aronson (The Social Animal, 1972) trekken mensen zich terug wanneer ze het gevoel krijgen dat ze niet welkom zijn. Niet per se door expliciete uitsluiting, maar door subtiele signalen van status, stijl of cultuur. Elitaire fondsenwerving zendt het impliciete signaal uit: “dit is niet voor iedereen”. Daardoor gaan mensen serviceclubs niet meer zien als gemeenschapsactoren, maar als exclusieve netwerken.

De Nederlandse filosoof Ad Verbrugge stelt dat gemeenschapsvorming vandaag net nood heeft aan “herkenbare plekken van verbondenheid” (A. Verbrugge, Tijd van onbehagen: Filosofische essays over een cultuur op drift, 2004). Clubs die hun deuren openzetten via laagdrempelige, inclusieve initiatieven bieden zo’n plek. Een rommelmarkt, een buurtfeest of een sporttoernooi is geen vervanging van de missie, maar juist een verdieping ervan.

Vandaar een bescheiden suggestie aan de clubs die dat nog niet zouden doen om de doelgroep van hun fundraising niet te beperken tot de meer begoeden, maar bewust te diversifiëren over de verschillende lagen van de bevolking. Misschien kan er naast de champagneverkoop ook gedacht worden aan laagdrempelige kerstkaartjes of paaseitjes? Een hands-on activiteit met de lokale schoolgemeenschap, waarom niet? Of wat dacht u van een drankstand op de lokale kerstmarkt?

Een publieke aanwezigheid van onze clubs heeft als bijkomend voordeel iets wat in de psychologie bekend staat als het mere exposure effect: hoe vaker mensen iets zien, hoe positiever ze erover denken. Zelfs als ze niet meteen deelnemen, versterkt een herhaalde publieke aanwezigheid hun vertrouwdheid met de club (Zajonc, R. B. (1968), Attitudinal effects of mere exposure. Journal of Personality and Social Psychology, 9(2, Pt.2), 1–27).

Laten we duidelijk zijn: er worden vandaag al veel goede stappen gezet om ons imago te versterken. Clubs zetten sociale mediacampagnes in om hun projecten zichtbaarder te maken. Er wordt vaker nagedacht over inclusieve communicatie en samenwerking met andere organisaties, enzovoort.

Maar deze inspanningen, hoe waardevol ook, zijn onvoldoende om het bredere publieke beeld te kantelen. Te veel mensen blijven serviceclubs associëren met het Bijbelse beeld van de “handelaars in de tempel” – een vereniging van veelal begoede burgers die hun aflaat afkopen via donaties, zonder echt voeling te hebben met de gemeenschap. Dat beeld doet onrecht aan het engagement van duizenden leden, maar is hardnekkig.

Een inspirerend voorbeeld vinden we niet ver van huis bij onze jongeren in de Leo Clubs. De Leo’s werken op veel directere, laagdrempelige wijze. Ze organiseren hands-on acties (voedselbedelingen, opruimacties, buurtprojecten, sportevents), verkopen laagdrempelig (paaseitjes, plantjes etc.), organiseren recyclageacties etc.. Ze communiceren open en speels op sociale media. Hun focus ligt niet op prestige, maar op impact. En dat werkt: hun projecten trekken nieuwe vrijwilligers aan, bouwen bruggen en vergroten de zichtbaarheid van de club in de samenleving.

Waarom zouden de Lionsclubs daar niet van kunnen leren? Niet om hun tradities te laten vallen, maar om hun relevantie te vergroten. Zoals een club haar fondsenwerving kan moderniseren, kan zij ook haar imago herbronnen via de inspiratie van haar eigen jongeren.

Deze oproep naar democratisering is geen pleidooi om de kwaliteitsbewaking van nieuwe leden te laten varen. Integendeel. Een serviceclub is pas waardevol als haar leden geëngageerd, verantwoordelijk en sociaal betrokken zijn. Wat wél moet veranderen, is de manier waarop we die geëngageerde mensen vinden. De visvijver van potentiële leden moet groter worden – niet door de lat lager te leggen, maar door meer mensen zich betrokken te laten voelen met wat we doen. Democratische fondsenwerving biedt die kans.

De club wordt dan niet enkel een netwerk van gevestigde professionals, maar een gemeenschap van geëngageerde burgers – ongeacht afkomst, beroep of leeftijd – die zich willen inzetten voor het welzijn van anderen.

Democratisering van fondsenwerving biedt bovendien een platform voor onderlinge samenwerking. Lokale handelaars, scholen, verenigingen en burgers kunnen samen optrekken rond een project. Dit leidt tot netwerken waarin serviceclubs niet meer als “de sponsors van buitenaf” worden gezien, maar als betrokken partners in het lokale weefsel.

Serviceclubs die hun zichtbaarheid vergroten, plukken daar tastbare vruchten van. Jongere generaties, met name millennials en Gen Z, voelen zich meer aangesproken door organisaties die transparant en inclusief zijn. Ze zoeken naar zingeving en gemeenschap, maar wél op hun eigen voorwaarden – horizontaal, betrokken en laagdrempelig.

Door democratische fondsenwerving te omarmen, groeit niet alleen de zichtbaarheid van de club, maar ook haar aaibaarheidsfactor. Het wordt eenvoudiger om nieuwe leden te werven via gedeelde ervaring en emoties: mensen die een gezellige en betekenisvolle activiteit meemaken, zijn sneller geneigd om zich te engageren. Zo wordt lidmaatschap niet langer een drempel, maar een natuurlijk vervolg op betrokkenheid.

Serviceclubs staan op een kruispunt. Willen zij hun maatschappelijke rol behouden – en versterken – dan moeten zij zich durven heruitvinden. De weg vooruit ligt niet in verdere exclusiviteit, maar in verbinding. Door fondsenwerving te herdenken en te democratiseren, zetten clubs een stap richting de samenleving die zij willen dienen.

Tomas Merckx
Lions Club Evergem Vlaamse Valleien

Deel dit bericht:

Meer Nieuws